Soms kun je je enorm verheugen op iets. Dan kijk je er weken naar uit en dan, als het eindelijk zover is, blijkt het hartstikke tegen te vallen. Dat had ik vorig jaar, toen ik voor de eerste keer ooit onze zelf geteelde meirapen ging proeven. Ik vond ze prachtig, die ronde knolletjes met een zweempje van paars. Maar ik was eigenlijk te laat geweest met het oogsten ervan en daardoor waren ze te groot gegroeid. Het maakt ze er blijkbaar niet lekkerder op, een typisch gevalletje ‘trial and error’.
Dat gebeurt me dit jaar natuurlijk niet nog een keer! Voor de zekerheid heb ik nu zaad van een ander ras gebruikt én gluur ik dagelijks tussen de rijen met raapjes om te kijken of ze al groot genoeg zijn om uit de grond te trekken. De eerste kilo’s zijn inmiddels geoogst en ze zijn nu een stuk lekkerder.
Meiraapjes, of meiknolletjes, zaai je ter plekke in de volle grond vanaf half maart. De oogst valt grappig genoeg niet in mei (zoals je zou verwachten) maar begin juni. Je kunt ze ook later in het seizoen zaaien als herfstteelt. Dan zaai je vanaf half augustus en oogst je alles vóór de eerste vorst. Wij gebruiken dit jaar het ras ‘Platte Witte Mei’ als vroege teelt en het Japanse ras ‘Hakurei’ als herfstteelt. We oogsten ze als ze tussen de 5 en 8 centimeter zijn.
Meirapen zijn hartstikke gezond
Meirapen zijn hartstikke gezond. Ze zijn een bron van vitamine C en calcium. Verder werkt het eten van de meiraap ontstekingsremmend en kan het de bloedsuikerspiegel stabiliseren. De vitamine C zit vooral in het loof van de meiraap. Daarom is het ontzettend zonde dat meiraap vaak zonder blad wordt verkocht. De bladeren zijn wat ruw en stekelig en hebben een echte koolsmaak, Rauw eten is niet aan te raden, maar je kunt ze warm op meerdere manieren klaarmaken.
Even blancheren zorgt ervoor dat het blad minder bitter wordt. De meiraapknolletjes kun je in de koeling (zonder het loof eraan) nog een kleine twee weken bewaren. Rauw doet de smaak een beetje aan radijs denken en je kunt ze dan ook heerlijk verwerken in een salade. Combineer ze bijvoorbeeld met appel, noten en/of pitten en een eenvoudige dressing van olie, citroensap en honing. Als je ze warm bereidt worden de raapjes veel zachter van smaak (net als radijs trouwens) en kun je ze op veel verschillende manieren klaarmaken. Het voorjaar op je bord, eet smakelijk!
Liefs, Marjolein