Het geluid van snuffende neuzen en vrolijke stemmen klinkt op De Pluimerije. Het is één maart, een nieuw seizoen in de tuin is begonnen en we zijn weer aan de slag gegaan. Er liggen twee enorme bergen compost en houtsnippers op ons te wachten die met kruiwagens over de vakken en paden verdeelt moeten gaan worden. Gelukkig zijn we met een enthousiaste tuinploeg en al snel heeft iedereen een kruiwagen, riek of hark in de hand en zijn we ‘los’.
’s Ochtends vroeg is het nog flink fris. De grond is hard door de nachtvorst en we pakken ons nog even goed warm in. Maar al snel breekt de zon door (hoera, na al die grijze dagen!) en worden de eerste jassen uitgedaan. De neuzen draaien naar de zon en we genieten van die eerste warme stralen op onze nog bleke wangen.
Terwijl we daar zo lekker bezig zijn valt mijn oog op een rij jonge, groene blaadjes die boven de grond uit piepen. Daslook. Een van de eerste tekenen in de moestuin dat het voorjaar eraan komt. Daslook is niet echt een vergeten groente te noemen, maar wel een enigszins onbekende eetbare soort die wat extra aandacht verdient. Vandaar dat ik er hier toch een stukje aan wijd.
Daslook (allium ursinum) is een inheemse bosplant die graag onder bladverliezende bomen staat zodat ze in het voorjaar flink wat licht krijgt. Daslook is een doorlevende soort die we op De Pluimerije om die reden bewust in de teeltbedden hebben geplant. Eind februari komt hij boven de grond en zal hij de bodem bedekken met frisgroene blaadjes en sierlijke witte bloempjes. Tot ongeveer mei kun je er flink van plukken, mits je voldoende hebt staan natuurlijk. Het blad, de stengel, de bolletjes en zelfs de bloem zijn eetbaar.
Na een tijdje verdwijnt hij weer onder de grond waar hij zich – als hij op een geschikte standplaats staat – behoorlijk uit kan breiden. Zo heb je er ieder jaar weer plezier van. Omdat de plant vanaf juni tot aan de grond afsterft kun je het in je (moes)tuin goed telen in combinatie met een ander gewas, onder fruitbomen of onder heesters.
Daslook is zoals gezegd een inheemse soort die je daarom in het vroege voorjaar zomaar in loofbossen kunt tegenkomen. Vroeger was ze beschermd en mocht je er in het wild niet van plukken. Inmiddels is die beschermde status vervallen en mag je daslook wel plukken als je het in het wild tegenkomt.
Het blad van de daslook lijkt erg op dat van lelietje-van-dalen. Even opletten dus want het blad van lelietje-van-dalen is giftig! Daslookblad herken je gemakkelijk aan de sterke uiengeur. Wanneer je een blad plukt en een beetje kneust dan ruik je direct dat het familie van de ui en de knoflook is. De smaak is dan ook knoflookachtig maar dan veel minder scherp dan knoflook.
Daslookboter
Daslook kun je makkelijk verwerken in allerlei gerechten zoals salades, hartige taarten, een omelet of maak er eens een pittige daslookpesto van. Zelf hou ik erg van daslookboter en die maak je als volgt.
Neem een bosje daslookblad (ongeveer 30 gram) en 140 gram (room)boter. Snijd de daslook heel fijn en haal eventueel de stuggere nerven eruit. Meng de fijngesneden daslook in een kom met de boter en een snuf zeezout. Je kunt de bal boter nu in keukenfolie wikkelen en in de koelkast op laten stijven zodat je er later gemakkelijk plakjes van kunt snijden. Gebruik een paar bloempjes van de daslook om je boter (of ieder ander gerecht) op te leuken. En voilá, het voorjaar op je bord! Geniet ervan!
Liefs, Marjolein