Ik moet er nog een beetje aan wennen. Het was altijd zo’n heerlijke start van het voorjaar in mijn tuin. Het gras voor de eerste keer maaien, de kantjes weer afsteken of in ieder geval knippen. Het lekkere opgeruimde gevoel van een glad groen gazonnetje. En toen kwam Maai mei niet in opkomst…
Natuurlijk, ik wil ook graag goed zorgen voor de natuur, vooral voor de insecten en meewerken aan de biodiversiteit daarom gebruik ik geen onkruidbestrijdingsmiddelen en geen gewasbeschermers. Wel zo logisch.
Maar maai mei niet….
Het idee is dus dat je de hele maand mei het gras nog niet maait. Goed voor de ontwikkeling van de eitjes, rupsjes en larfjes die daar de hele winter in hebben overwinterd. En doordat je niet maait komen er, behalve gras, ook veel bloemetjes in je gazonnetje. Bloemetjes waar de bijen en vlinders zich tegoed aan doen, want ja, die eten geen gras. Goed voor de insecten dus. En goed voor de insecten betekent ook goed voor ons, zonder insecten geen bestuiving en zonder bestuiving uiteindelijk geen fruit en groentes meer voor ons!
Maar toch, geen opgeruimd gazon meer, geen strakke kantjes, ik moet er nog een beetje aan wennen. En manlief moppert dat het gras straks echt te lang is om nog te kunnen maaien, geen doorkomen meer aan! Dus we hebben voor de tussenweg gekozen. Een deel van het gras blijft ongeroerd en een deel maaien we wel. Een beetje voor de insecten en beetje voor een opgeruimd gevoel bij mij.
En nu, half mei? Er bloeien momenteel honderden bloemetjes in ons ongemaaide gazonnetje! Pinksterbloemen, hondsdraf, boterbloemetjes, madeliefjes, zenegroen, klaver en ga zo maar door. Ik ben om! Want niet alleen hebben de kleine vriendjes meer voedsel, ik doe de bloemetjes in de sla en op de taarten die ik bak voor mijn cursisten! Ik geniet ook nog eens van al die mooie kleuren en zoete geuren van al die bloemetjes als ik door de tuin loop. En, fijne bijkomstigheid, het scheelt heel wat uurtjes tuinwerk. Meer tijd om naar al die zoemende en vliegende vriendjes te gaan zitten kijken.
Maai mei niet, ik ben om? En jij?
Liefs, Susanne