Nog nooit heb ik zoveel achter een scherm gezeten als de afgelopen twee jaar. Door alle maatregelen rondom corona waren er veel dingen die niet meer “live” konden plaatsvinden. In het begin was het even zoeken en wennen om dit via een scherm te doen, op afstand.
Terugkijkend heb ik inmiddels heel wat meegemaakt vanaf de keukentafel, tevens mijn werkplek. Intakegesprekken met cliënten, vergaderingen, opleidingsdagen die opeens niet meer op locatie konden, lezingen die ik zelf heb gegeven en heb gevolgd, een bruiloft via livestream en zelfs een digitaal kerstdiner met het nieuws dat we weer oom en tante mochten worden.
Zo onwennig als het in het begin was, zo gewoon is het geworden. Voor mij zeker in de afgelopen acht maanden waarin ik heb gewerkt voor het bron- en contactonderzoek in de strijd tegen corona. Mijn collega’s heb ik nooit live ontmoet, ik ken ze alleen maar in dat scherm. Zeven dagen in de week waren we beeldschermcollega’s, met elkaar in contact via online meets, chats en mail. Ik had het vooraf niet kunnen bedenken, maar ondanks de afstand ontstonden er vriendschappen, groepsdynamieken en hechte teams.
We zaten bij elkaar aan de keukentafel, op zolder, in werkkamers, net waar de werkplekken waren ingericht. Honden klommen op schoot, katten liepen over toetsenborden, kinderen kwamen vragen wat er werd gegeten en partners kwamen zwaaiend langs op de achtergrond. Het gaf iets bijzonders, iets intiems, om als collega’s op deze manier een kijkje te krijgen in elkaars privéleven. En dat zorgde ervoor dat we betrokken waren bij elkaar. Er werd veel gedeeld met elkaar, er werd geluisterd, ondersteund en doorgevraagd. In tijden dat we het moeilijk hadden waren we elkaars hulpverlener en in tijden van vreugde werd er samen gevierd.
Voor velen is het thuiswerken en online vergaderen inmiddels dagelijkse realiteit. Al zal het nooit het echte contact kunnen vervangen, ben ik aangenaam verrast hoeveel er wel mogelijk is. Voor werk is het een ideale oplossing geweest en zijn er velen die dit graag willen voortzetten, of in ieder geval deels.
Ik ben blij dat we weer samen mogen zijn, met elkaar en bij elkaar. Dat we elkaar weer vast mogen houden, kunnen troosten en steunen. Want hoe belangrijk het ook is om je verhaal te vertellen, een luisterend oor te bieden, soms is het “gewoon” er zijn vele malen belangrijker. Een schouder om op te leunen, een hand om vast te pakken, iemand om samen stil mee te zijn, samen mee te kunnen dansen en herinneringen mee te maken.
Tegelijkertijd betekent dit voor mij dat ik afscheid moet nemen van mijn collega’s, het “project” is klaar. En dat doet zeer, zoals altijd wanneer we iets gedag moeten zeggen wat zo waardevol is. En ik hoop dat we nog een keer bij elkaar kunnen komen, zodat we niet alleen met elkaar, maar ook bij elkaar kunnen proosten op een fijne tijd samen.
“Ik voel me enorm gelukkig dat ik iets heb wat gedag zeggen zo moeilijk maakt.” – Winnie de Poeh