Na lang wachten, onzekerheid en twijfel is het dan eindelijk zo ver: het EK voetbal is begonnen! Laat ik beginnen dat ik geen grote voetbalfan ben, ik vind het spel erg leuk om te kijken, maar alle heisa eromheen hoeft voor mij niet. Maar tijdens een EK of WK betrap ik mijzelf er toch altijd op dat ik zoveel mogelijk wedstrijden probeer te kijken. Nu dus ook en zo zat ik op de bank voor de tv Denemarken – Finland te kijken toen opeens de Deense voetballer Eriksen in elkaar zakte. Het werd stil, heel stil en ik keek, wilde eigenlijk niet kijken, maar keek. En zag hoe de andere spelers om hem heen gingen staan, sommige met de gezichten naar buiten, tranen, spanning, medisch personeel, onrust, paniek.
Gelukkig kwam relatief snel het bericht dat hij bij kennis was en weer kon praten. Ik merkte bij mijzelf dat het me bezighield; wat was er precies gebeurd? Hoe zou hij zich nu voelen? Wat gaan ze nu doen? Wat gaat er nu door zijn hoofd?
Zelf ben ik op mijn 17e gediagnosticeerd met een genetische hartafwijking die ritmestoornissen veroorzaakt, het lang-qt syndroom type 2. Ik heb medicatie in de vorm van betablokkers en ben voorzien van een pacemaker en ICD. Hiermee kreeg ik van de een op de andere dag het label “hartpatient” en dat is gek. En daarom houdt dit hele voorval mij bezig, omdat ik weet dat het niet stopt bij een diagnose, maar juist begint.
Want een lijf dat je in de steek laat door een hartstilstand of ritmestoornis of door een ziekte of ongeluk, doet iets met je. Verlies van gezondheid is niet puur fysiek, het is ook psychisch. In feite moet je je eigen lijf weer opnieuw leren kennen, vertrouwen opbouwen, weer leren samenwerken, maar vooral ook accepteren. Bij een levensbedreigende situatie komt er ook nog eens bij dat je keihard wordt geconfronteerd met het feit dat het leven eindig is. Dit alles roept vragen op, brengt aan het twijfelen en geeft inzichten. Niet zelden leidt verlies van gezondheid tot psychische klachten, soms zelf tot burn-out of depressie. Dit als gevolg van onvoldoende psychisch herstel of omdat bijvoorbeeld werk en hobby niet meer mogelijk zijn als gevolg van de “nieuwe” fysieke staat.
Wanneer je door een arts “genezen” wordt verklaard, zit zijn deel er vaak op. Het lijf is weer hersteld, soms helemaal, soms in aangepaste vorm. Je wordt de wereld weer ingestuurd, misschien heb je leefregels of beperkingen meegekregen, maar je kan weer verder. Maar nu begint het pas echt, het psychische herstel van wat er feitelijk is gebeurd. “Tel je zegeningen”, “Gelukkig ben je er nog”, “Kijk naar wat je allemaal nog wel kan”. Allemaal hartstikke waar, maar niet waar je behoefte aan hebt wanneer je aan het herstellen bent van een hartafwijking. Probeer iemand te vinden bij wie je je verhaal mag vertellen zoals jij het hebt ervaren en gevoeld en waarbij je je vragen hardop kunt stellen. Blijf er niet mee rondlopen tot het misgaat, durf tijdig om hulp te vragen. Ook als dat pas 10 jaar later is. Want waar de diagnose eindigt, begint het herstel.
p.s.: Wanneer jij niet zelf maar iemand in je directe omgeving wordt getroffen door verlies van gezondheid, kan dit impact hebben op jouw psychische gesteldheid. Ook dan is het belangrijk om een plek te hebben waar jij mag vertellen! Duw het niet weg, maar vraag om hulp wanneer jij dat nodig hebt.