Naar buiten, dat deed ik als kind al graag! Vroeger kon ik al niet stil zitten en danste vrolijk door de kamer tot mijn moeder er gek van werd en riep: “En nu is t genoeg, naar buiten!”
Regelmatig belden vriendinnen aan en vroegen zullen we spelen? Goed, wat gaan we doen? Naar buiten! We trokken onze rolschaatsen aan en scheurden over de stoep heen en weer. Of we deden Stoeprandje, wie kent het spel nog? Ieder aan een kant van de weg, de bal over de weg heen en weer gooien en proberen op te vangen als de bal terugkaatste. Dat kan bijna nergens meer. Of de weg is te druk of het is een woonerf waar stoep en straat op dezelfde hoogte liggen.
Toen ik als puber in zo’n woonerf woonde, maakte het Stoeprandje plaats voor Buskruit. De bal uit de schuur en naar buiten! Tot het begon te schemeren en we een voor een binnengeroepen werden.
Toen ik zelf kinderen had en in een flat woonde bleef naar buiten gaan heerlijk! Tussen de middag met een picknickmand de kinderen van school halen. “Wat gaan we doen mam?” riepen ze dan verrast. “Naar buiten!” Dan aten we in het park waarna ik ze terugbracht naar school.
En nu woon ik, alweer meer dan 10 jaar, buiten! Tussen de weilanden, met uitzicht op het Drents-Friese woud. Met een kleurrijke moes-, kruiden- en bloementuin. Als de kinderen vroegen waar is mama? Was het antwoord maar al te vaak, naar buiten!
Naar buiten, ik geniet ervan! Om iedereen mee te laten genieten is ook dit jaar mijn theetuin 2 dagen (donderdag en vrijdag) open en op de eerste zondag van de maand organiseer ik een extra activiteit. Wat we gaan doen? Schilderen, speksteen bewerken, mozaïeken, een voorstelling, in ieder geval gaan we naar buiten!
Liefs,
Susanne