Je bank ziet er niet uit, maar zit zo lekker. Het kastje van oma past eigenlijk niet bij jouw interieur. Wat een rommel, een passende opbergkast is een grote wens. Er hangt al jaren een peertje boven de tafel omdat je maar geen goede lamp kunt vinden… Het valt niet mee om je interieur tot een samenhangend geheel te maken. Gelukkig zijn er mensen die dat wél heel goed kunnen! In Westerveld hebben we bijvoorbeeld Karin van Zegeren. Met deze 7 tips helpt Karin je met een interieur waarin jij je thuis voelt.
1. Maak eerst een wensenlijstje
Waar moet de ruimte aan voldoen? Welke functie heeft de ruimte en wanneer is de verandering voor jou een succes? Wat wil je vervangen en wat mag echt niet weg etc. etc.
2. Maak een plattegrond van de ruimte
Aan de hand van een plattegrond kun je de ruimte in gaan delen. Hou hierbij rekening met zicht- en looplijnen en de verhouding van het interieur onderling.
3. Bepaal je stijl
Hoe wil je dat de ruimte aanvoelt? Doe wooninspiratie op in bijvoorbeeld een interieurtijdschrift of op diverse interieurwebsites. Laat hierbij de ruimte je stijl inspireren. Verhouding en schaal zijn de sleutel tot elk ontwerp. Hou hierbij zeker rekening met aansluitende -open- ruimtes, zodat je je interieur als een geheel gaat stijlen. Door het maken van een moodboard met jouw favoriete stijl, sfeer, vormen en kleuren bouw je een mooi visueel overzicht op, dat je als uitgangspunt kunt gebruiken.
4. Bedenk welke kleuren je wilt toepassen
Aan de hand van je moodboard ontdek je welke kleuren je het meeste aanspreken. Hou er rekening mee hoe kleuren onze stemming beïnvloeden. Sommige kleuren zorgen ervoor dat mensen zich gelukkig, kalm of productief voelen. Creëer een geheel door een accentkleur op meerdere plekken terug te laten komen. Anders voelt de ruimte al snel rommelig aan (hierbij ook rekening houden met aansluitende -open- ruimtes) om er een mooi geheel en eenheid van te maken. Begin indien nodig met de basis: de vloer, muur en kozijnen.
5. Creëer sfeer in de ruimte
Persoonlijkheid maakt een ruimte uniek, sfeervol en knus. Persoonlijkheid geeft sfeer, dus zet die souvenirs van mooie reizen, foto’s van familie en vrienden of kunstwerken met een verhaal juist in het zicht. Een open kast kan hierbij helpen en biedt genoeg plek voor die persoonlijke touch.
Door muren van je ruimte een warme kleur te geven, breng je meteen meer sfeer in huis. Ronde vormen maken een ruimte zachter, gezelliger en zorgen voor balans.
Uiteindelijk zijn het de woonaccessoires die de ruimte pas echt aankleden; zonder decoratie is het maar een ongezellige boel. Vooral kussens en plaids op de bank, een vloerkleed, sfeervolle kandelaars en decoratieve objecten doen wonderen. Alles draait hierbij om eenheid en consistentie, dus zorg voor een rode draad in stijlen, kleuren, patronen en materialen. Anders voelt een ruimte al gauw rommelig aan.
6. Bepaal welke verlichting je nodig hebt bij de meubels en de ruimte
Kijk eerst waar de aansluitpunten en stopcontacten zitten en welke functie de ruimte moet krijgen. Aan de hand van de indeling van de ruimte kun je je basis-, functionele- en sfeerverlichting bepalen. Een vloerlamp naast de kast of een tafellamp op het tv-meubel of in de vensterbank maken de ruimte gegarandeerd gezellig. Let hierbij wel op de sterkte van de lichtbronnen.
7. En dan … lekker shoppen
Gebruik je plattegrond (voor o.a. de afmetingen), je moodboard en je kleurenpalet als rode draad tijdens het shoppen. Shop eerst het interieur bij elkaar en neem dan de tijd om het aan te kleden met woonaccessoires.
Vind je het lastig om dit voor jou en je interieur te bepalen? Of kun je wel wat hulp gebruiken bij de indeling en de inrichting? Vraag dan advies bij een interieurstylist of binnenhuisarchitect. Deze kan je zeker verder helpen.